Hittestress en code rood: de terugblik

De zomer van 2023 was de heetste tot nu toe. Dat roept de vraag op wat de toekomst brengt. Zijn gemeentes, buurten en bedrijven daar al op voorbereid? Daar zoomden we op in tijdens de eerste Climate Campus Connects van dit jaar. De highlights lees je hieronder.

20240328 142719

Aanpassing noodzakelijk

Wethouder Arjan Spaans van gemeente Zwolle trapte de bijeenkomst af. Hij vertelde over zijn ervaringen met hitte in Mali uit zijn periode als beroepsmilitair en wat Zwolle doet om extreem weer aan te pakken. “Een land kan snel verarmen wanneer het zich niet genoeg kan aanpassen aan het klimaat”, benadrukte hij.

Geen betuttelplan

Madeleen Helmer sprak namens Klimaatverbond Nederland. Klimaatadaptatie is nu nog veelal ruimtelijke adaptatie, maar er moet ook verandering in gedrag komen, zegt zij. In Nederland werd op 25 juli 2019 landelijk een maximumtemperatuur van 40,7°C gemeten. Dat is een gevaarlijke hitte. Hittegolven leveren risico’s op voor kwetsbare mensen en ook de arbeidsproductiviteit lijdt eronder. Daarover groeit de bewustwording. Een aantal jaar geleden betitelden de media een hitteplan nog als een betuttelplan. Dat is gelukkig aan het veranderen.

20240328 171855

Tropische temperaturen in Nederland

Carine Homan van het KNMI sprak over de KNMI’23-klimaatscenario’s. Daarin is onderzocht wat de temperatuur de komende eeuw gaat doen. Het klimaat is nu al veranderd. Dat merken we aan de toename van extremen in hitte, droogte en neerslag. De klimaatscenario’s laten zien wat Nederland nog meer te wachten staat tot 2080 als we in het huidige tempo broeikasgassen blijven uitstoten (hoge uitstoot). De klimaatverandering zal echter veel minder groot zijn als de wereld zich houdt aan het Klimaatakkoord van Parijs (lage uitstoot). De grootte van de verandering verschilt dus per scenario. In het hoge-uitstoot-scenario zijn tegen het einde van de eeuw 30 tropische dagen (>30ºC) per jaar te verwachten ten opzichte van nu 5 dagen. Dagen van 40+ graden Celsius komen dan bijna elk jaar voor en dat is tot dusver nog maar 1 keer gemeten. Ook is er een stadseffect, waarbij steden zo’n 5 graden warmer zijn dan buitengebied.

Workshops rondom 3 thema’s: gebouw, gebied, gezondheid

Geïnspireerd geraakt door de informatie van Arjan, Madeleen en Carine gingen de deelnemers zelf aan de slag in 3 werksessies over Hitte + gebouw, Hitte + gebied en Hitte + gezondheid. Aan de hand van de Menukaart Hitte Gebouwde Omgeving vonden de gesprekken plaats. Hieronder lees je een kort verslag per deelonderwerp.

Gebied: gemeente Hardenberg

Workshop Hardenberg 1

Marcel Brinks van de gemeente Hardenberg vertelde kort over het hittebeleid van Hardenberg. Hiervoor stellen ze een lokaal hitteplan op samen met de GGD. Daarnaast worden hotspots opgespoord, wordt hitte in woningen en vastgoed aangepakt met woningbouwcorporaties en komen er pilots in gebouwen en gebieden. Ook wil men nieuwe manieren van bouwen en ontwikkelen uit de Maatlat Hitte inbedden in bestaand ruimtelijk beleid.

Vervolgens gingen de deelnemers aan de slag met een nieuwe woonwijk. Dit resulteerde in een complete verbouwing en aanpassing. Parkeerplaatsen werden verplaatst naar buiten de wijk zodat er meer ruimte komt voor groene hofjes, bomen in de wijk. Openbaar groen werd vergroot door meerlaags bouwen en verkleinen van de tuinen. Een centraal gelegen koel buurtgebouw werd voorzien voor hittedagen tijdens Code Rood. Mooi om te zien! Na afloop gingen de deelnemers in gesprek en volgden enkele waardevolle conclusies: noodzakelijk zijn goed opdrachtgeverschap en een maatlat met groennormen en andere randvoorwaarden voor projectontwikkelaars. En betrek de nieuwe generatie jongeren bij de plannen.

Gebouw: stedelijke veerkracht en noodzaak bewustwording

Workshop Swz

Rianne Weggemans, projectleider bij woningstichting SWZ nam de deelnemers mee in een praktijkcasus, het Hiphouse, een appartementengebouw in Holtenbroek met veel glas. De discussie die daarop volgde leverde drie speerpunten op:

  1. Dringende Prioriteit voor Stedelijke Veerkracht
    Het stijgende kwik in onze steden brengt niet alleen ongemak, maar ook een directe bedreiging voor de gezondheid, met name onder onze kwetsbare burgers. Bovendien blijven eigenaren met ‘probleemhuizen en -panden’ wat betreft hitte, onzichtbaar. Hoe gaan we hen bereiken?
  2. Noodzaak voor Bewustwording en Gedragsverandering
    Initiatieven zoals het ‘NK Tegelwippen’ en de energietransitie kunnen een rol spelen in de vermindering van hittestress, maar normering en bewustwordingsprogramma’s zijn ook nodig. Want inwoners hebben weinig kennis hoe ze hun woning op de juiste manier kunnen koelen/ventileren en wat ze zelf kunnen doen om stedelijke opwarming te voorkomen.   
  3. Actie Vereist voor Bestaande Bouw
    Ondanks de vooruitgang in nieuwbouwnormen wat betreft hittestress, vormen bestaande panden de grootste uitdaging in de strijd tegen hittestress. Zo is er wel een Actieprogramma Toekomstbestendige nieuwbouw, maar zou ook een Actieprogramma Bestaande Bouw op zijn plaats zijn. Meer inspanningen en samenwerking zijn nodig om de stad aan te passen op hittestress.

Gezondheid: levendig gesprek

Workshop Ggd

Marije Viveen, adviseur Milieu en Gezondheid (GGD IJsselland / Twente) ging in op Hittestress en gezondheid. De deelnemers herkenden veel uit de menukaart Hitte en gezondheid, maar er was ook veel onduidelijkheid over de rol voor provincies en gemeenten. Het tegengaan van gezondheidsrisico’s van hitte begint bij het in beeld brengen waar de risico’s en de kwetsbare inwoners zitten. Wijkregisseurs en wijkagenten kunnen hierbij helpen. Twee concrete tips: een waterbus (als variant op de soepbus) en een pleidooi voor ander beeldgebruik in de media bij hittegolven. Want in de media zien we bij hittegolven vooral beelden van stranden en andere vrolijke zomerse elementen. En niet van de keerzijde van hittegolven voor de gezondheid.

Na afloop kwamen alle deelnemers bij elkaar en volgde nog een paneldiscussie met ruimte voor diverse vragen. Panelleden waren de keynotesprekers die aan het begin van de bijeenkomst hun visie en ervaringen met het publiek deelden.